Toelichting bij de financiële toestand (M2)
Het schema M2 geeft een zeer beknopt overzicht weer van de financiële toestand van onze gemeente in 2020-2025.
Het beschikbaar budgettair resultaat (gemeente + OCMW) is het totaal van de liquide middelen nadat alle schulden zijn betaald en alle vorderingen zijn ontvangen op het einde van het jaar. Dit bedrag dient verplicht jaarlijks positief te zijn, en is dat ook nog steeds zo bij deze zesde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025. In 2022 bedraagt het beschikbaar budgettair resultaat 2.144.245 euro, en evolueert naar 102.314 euro in 2025.
De autofinancieringsmarge (gemeente + OCMW) wordt berekend door de netto periodieke leningsuitgaven af te trekken van het exploitatieresultaat exclusief de kosten van de schulden. Deze moet enkel positief zijn op het einde van de planningsperiode, in dit geval op het einde van 2025, en is dat ook nog zo bij deze zesde aanpassing van meerjarenplan 2020-2025. In 2022 bedraagt de autofinancieringsmarge 756.692 euro, en evolueert naar 326.614 euro in 2025. De autofinancieringsmarge is opnieuw gestegen t.o.v. de vorige aanpassing. Dit is voornamelijk te verklaren door de stijgende exploitatie-ontvangsten, omwille van de herramingen in de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen onroerende voorheffing, ondanks het feit van de stijgende werkingskosten zoals de nutsvoorzieningen, en de lonen. De kosten van de schulden nemen ook iets af en worden verder doorgeschoven naar 2023 en 2024. In deze jaren zit immers ook de piek wat investeringen betreft met in 2023 en in 2024 een raming van respectievelijk 10,9 mio en 15,9 mio euro aan investeringen.
De gecorrigeerde autofinancieringsmarge (gemeente + OCMW) houdt rekening met jaarlijkse aflossingen, ook bij alternatieve financieringsvormen, zodat zichtbaar wordt of de leninglasten al dan niet worden doorgeschoven naar een periode ná de planningsperiode. Als de autofinancieringsmarge kleiner is dan de gecorrigeerde autofinancieringsmarge is er geen probleem. In het geval de autofinancieringsmarge (veel) groter is dan de gecorrigeerde, zou dit er op kunnen wijzen dat een bestuur de leningslasten doorschuift naar een volgende legislatuur of generatie en is er mogelijk sprake van een fictief structureel evenwicht. In alle jaren (behalve 2025) van dit aangepast meerjarenplan is de autofinancieringsmarge kleiner dan de gecorrigeerde autofinancieringsmarge en is er dus geen probleem. Aangezien de berekening van de gecorrigeerde autofinancieringsmarge rekening houdt met gecorrigeerde aflossingen aan 8% van de totale openstaande schuld, en ons bestuur in dit meerjarenplan bijna alle oude leningen aflost, de laatste jaren geen nieuwe leningen meer heeft aangegaan, en nu wel heel wat nieuwe leningen zal aangaan (met het grootste aandeel in 2024) waarbij in het begin (vanaf 2025) vooral intresten worden afgelost en de intrestvoeten opnieuw aan het stijgen zijn, is dit een logische verklaring. Er werden geen bulletleningen of andere gelijkaardige constructies gebruikt bij het inschrijven van de nieuwe leningen.